dinsdag 16 april 2013

Vidole kumi na viwili (12 vingers)

Wanneer je ooit weer vertrekt uit een ziekenhuis als Sengerema Hospital, laat je ook vrienden achter. De afgelopen dagen mocht ik  mensen als Ida en Kahima weer ontmoeten, twee ziekenhuismedewerkers die mij zeer dierbaar zijn. Vanochtend trof ik tot wederzijdse vreugde twee OK-assistenten met wie ik de vorige uitzending veel heb samengewerkt en met wie ik goed contact had: Isaya en Shelembi, twee gouden kerels die hun vak buitengewoon verstaan.

We hebben een gevuld dagprogramma achter de rug. Zoals eerder vermeld in mijn weblog hebben we veel orthopedische patiënten, waaronder kinderen met klompvoetjes,  chronische beenmergontstekingen en de “bow-legs”, de kromme beentjes. Bijzonder was een kindje met 12 vingertjes, aan elke hand zat een extra vingertje naast de pink. Niek heeft samen met mij beide extra-vingertjes verwijderd.
Verder heeft Erik mij geïnstrueerd bij mijn eerste correctie-osteotomie bij een kindje met een bow-leg, een krom beentje. De komende weken zal ik er waarschijnlijk nog een aantal verrichten gezien het aanbod op dit moment. Vanmiddag hebben we een jongen geopereerd, die wij gisteren aantroffen op de afdeling. Hij heeft een chronische beenmergontsteking van zijn onderbeen, waarbij met regelmaat een abces zich via de huid ontlast. Nu lag hij echter opgenomen met een grote wond aan de voorzijde van het been , waarbij een deel van het scheenbeen bloot lag en evident dood was. Eerlijk gezegd heb ik er weinig hoop op dat hij zijn been gaat behouden, maar Erik  is daar blijkbaar iets minder pessimistisch over. Na gezamenlijk overleg heb ik het dode botdeel verwijderd, de mergholte gespoeld en verzorgd. Nu zal de wond intensief moeten worden behandeld op de verpleegafdeling, waarbij moet worden getracht om de chronische infectie zoveel als mogelijk terug te dringen. Vraag blijft of men op de afdeling daar toe in staat is. Dit zal uiteindelijk bepalen of hij zijn onderbeen gaat behouden of niet.

Aan het eind van de dag werden we nog “even” bij een 90-jarige vrouw geroepen, bij wie eerder een onderbeensamputatie was verricht en de wond er niet goed uitzag. De wond was lelijk geïnfecteerd met uitbreiding van de infectie tot in het gehele bovenbeen en de patiënte was inmiddels zo ziek dat zij een operatie nu niet zou overleven. Na opening van de wond, starten van antibiotica en ruimhartig toedienen van infuus wachten we af tot morgen. Als ze de nacht overleeft, zullen we morgen het been amputeren.

Kortom, het was weer een dag met ongebruikelijke, bijzondere en uitvergrote aandoeningen. Alles wat je hier ziet, is hier anders dan in Nederland. Dit heeft uiteraard te maken met het feit dat de weg tot de gezondheidszorg (veel)  langer is dan bij ons. Bovendien gaat men, voordat hulp gezocht wordt bij de reguliere dokters, vaak eerst naar de dorps-genezer/-tovenaar. Die “behandelt” patiënten dan met traditionele kruidenmengsels en andere therapieën, waardoor het delay tot de reguliere zorg vaak langdurig wordt verlengd. Dit verklaart mede de chronische, onbehandelde wonden, de kwaadaardige aandoeningen die in een laat stadium zich aandienen bij het ziekenhuis en de misvormingen als gevolg van verkeerd genezen fracturen.

De dag eindigde met een heerlijke maaltijd bij kaarslicht thuis, waar de verhalen van de dag weer werden uitgewisseld, en een glaasje whisky (taxfree van Schiphol) tot besluit.